Het afronden van getallen kan op verschillende manieren. Je gaat eerst op zoek naar welke manier van afronden er nu gevraagd wordt. Bijvoorbeeld op een heel getal, op 1 decimaal of 2 decimalen. De regel is dat je 1 getal verder kijkt dan waarop je moet afronden. Is dit getal 0,1,2,3 of 4, dan blijft het getal hetzelfde. Is dit getal 5,6,7,8 of 9 dan gaat het getal ‘omhoog’. Belangrijk is dat je maar 1 getal verder kijkt, wat daarachter staat is niet van belang verder.
Zie onder het kopje ‘Materialen’ voor verschillende rekenvoorbeelden en een handig stappenplan.
Je hebt nu de uitleg gezien en/of gelezen. Tijd om te gaan oefenen. Klik op oefeningen van dit onderwerp. Je krijgt nu een serie van 5 vragen. Na elke vraag krijg je direct te zien waarom je vraag juist of onjuist is. Je kunt hierna indien gewenst de oefeningen opnieuw starten. Je krijgt dan weer 5 nieuwe vragen. Dit kan je blijven herhalen en zo kan je eindeloos blijven oefenen.
Ik wil je heel veel succes en heel veel rekenplezier toewensen!