In dit onderdeel gaan we samen oefenen hoe je eenheden kunt omrekenen. Het gaat hierbij om het onderdeel volume. Volume druk je uit in liter. De meest voorkomende varianten met volume zijn:
liter – deciliter – centiliter – milliliter
l – dl – cl – ml
Elke stap naar rechts is x 10 en elke stap naar links is : 10. 1 liter staat gelijk aan 10 dl = 100 cl = 1.000 ml. De stap je die vaakst in de dagelijkse praktijk tegen zult komen is omrekenen van liter naar milliliter en andersom. Handig hierbij om te weten is dat dit stappen van 1.000 zijn. Zoals in bovengenoemd voorbeeld te zien is dat 1 liter gelijk staat aan 1.000 milliliter. Het is een kwestie van de stapjes goed kennen en O.B.K. Oefening Baart Kunst, oftewel veel oefenen!
Handig om te weten is dat bij het Rekenexamen MBO je de een rekenkaart is toegestaan. Hierop vind je het volledige rijtje van liter te weten:
kl – hl – dal – l – dl – cl – ml.
Zie onder het kopje ‘Materialen’ voor verschillende rekenvoorbeelden en een handig stappenplan.
Je hebt nu de uitleg gezien en/of gelezen. Tijd om te gaan oefenen. Klik op oefeningen van dit onderwerp. Je krijgt nu een serie van 5 vragen. Na elke vraag krijg je direct te zien waarom je vraag juist of onjuist is. Je kunt hierna indien gewenst de oefeningen opnieuw starten. Je krijgt dan weer 5 nieuwe vragen. Dit kan je blijven herhalen en zo kan je eindeloos blijven oefenen.
Ik wil je heel veel succes en heel veel rekenplezier toewensen!