Bij het berekenen van een snelheid wordt vrijwel altijd de verhouding tussen kilometer (km) en uur gevraagd. Een auto mag op de snelweg overdag maximaal 100 km/u rijden. Dat wil zeggen dat hij met deze snelheid een gemiddelde afstand van 100 km per 1 uur aflegt, in 2 uur dan 200 km, in 3 uur 300 km enzovoort.
Bij het berekenen van een snelheid in km/u zou ik altijd een verhoudingstabel gebruiken. Hierbij schrijf je op welke afstand (vaak in meter of kilometer) en welke tijd (vaak in minuten of uren) je weet. De bedoeling is nu om afstand in kilometer nu verhoudingsgewijs per 1 uur uit te rekenen. Soms zijn het getallen die je vrij gemakkelijk naar 1 uur (=60 minuten) kunt omrekenen. Bijvoorbeeld per 30 minuten (x 2) of per 15 minuten (x 4). Heb je een getal die je niet eenvoudig naar 60 minuten kunt omrekenen, dan maak je een tussenstap naar 1 minuut en daarna naar 60.
Zie onder het kopje ‘Materialen’ voor verschillende rekenvoorbeelden en een handig stappenplan.
Je hebt nu de uitleg gezien en/of gelezen. Tijd om te gaan oefenen. Klik op oefeningen van dit onderwerp. Je krijgt nu een serie van 5 vragen. Na elke vraag krijg je direct te zien waarom je vraag juist of onjuist is. Je kunt hierna indien gewenst de oefeningen opnieuw starten. Je krijgt dan weer 5 nieuwe vragen. Dit kan je blijven herhalen en zo kan je eindeloos blijven oefenen.
Ik wil je heel veel succes en heel veel rekenplezier toewensen!
