Fijn he… heb je het aantal minuten uitgerekend, moet je het uitdrukken in hele uren en minuten. Of er wordt gevraagd dat wanneer het 12:00 uur is je moet uitrekenen hoe laat het met 100 minuten verder is.
Bij het rekenen met tijd moet je weten dat je het niet ‘zomaar’ kunt delen door 60. Je weet waarschijnlijk wel dat 1 uur bestaat uit 60 minuten. Maar ons getallenstelsel gaat tot en met 100 en tijd maar tot 60…lastig! Hoe kan je toch met behulp van een rekenmachine dan toch tot het goede antwoord komen? Daarvoor heb ik deze truc voor je:
Je deelt het aantal minuten door 60, dan weet je hoeveel hele uren je hebt. Deze hele uren haal je van je antwoord op je rekenmachine af. Het getal wat overblijft vermenigvuldig je met 60. Je hebt nu ook het aantal minuten. Klinkt misschien lastig, maar het werkt echt.
Belangrijk: heb jij een rekenmethode die ‘werkt’ voor jou om tot het goede antwoord te komen. Gebruik die dan bij. Je hoeft het nooit volgens een bepaalde methode te doen.
Zie onder het kopje ‘Materialen’ voor verschillende rekenvoorbeelden en een handig stappenplan.
Je hebt nu de uitleg gezien en/of gelezen. Tijd om te gaan oefenen. Klik op oefeningen van dit onderwerp. Je krijgt nu een serie van 5 vragen. Na elke vraag krijg je direct te zien waarom je vraag juist of onjuist is. Je kunt hierna indien gewenst de oefeningen opnieuw starten. Je krijgt dan weer 5 nieuwe vragen. Dit kan je blijven herhalen en zo kan je eindeloos blijven oefenen. Tot dat je genoeg geoefend denk te hebben en klaar bent voor de eindtoets van dit onderwerp.
Ik wil je heel veel succes en heel veel rekenplezier toewensen!