Uitleg Woordformules

Het rekenen met woordformules is een kwestie van goed lezen. Je krijgt informatie om iets uit te rekenen aan de hand van een formule. Vaak gaat het om situaties waarbij je kosten moet bepalen of de lengte van iets. Hierbij wordt er vaak gebruik gemaakt van een starttarief of instaptarief, dit zijn kosten die je altijd al moet betalen. Als je bijvoorbeeld een taxi neemt betaal je altijd al 3,00 euro voordat je nog maar een meter gereden hebt, dit noem je een instaptarief. Dit kom je ook tegen als je reist met het OV, Daarnaast betaal je een vergoeding voor de afstand die je hebt afgelegd, of het aantal haltes.

Het is van groot belang dat je bij het berekenen de ‘Rekenregels’ correct kunt toepassen. Dus altijd eerst tussen haakjes, dan vermenigvuldigen/delen en optellen/aftellen altijd als laatste. Mocht je dit nog lastig vinden, oefen dit dan eerst nog goed door in de leeromgeving.

Zie onder het kopje ‘Materialen’ voor verschillende rekenvoorbeelden en een handig stappenplan.

Je hebt nu de uitleg gezien en/of gelezen. Tijd om te gaan oefenen. Klik op oefeningen van dit onderwerp. Je krijgt nu een serie van 5 vragen. Na elke vraag krijg je direct te zien waarom je vraag juist of onjuist is. Je kunt hierna indien gewenst de oefeningen opnieuw starten. Je krijgt dan weer 5 nieuwe vragen. Dit kan je blijven herhalen en zo kan je eindeloos blijven oefenen.

Ik wil je heel veel succes en heel veel rekenplezier toewensen!

 

 

 

 

 

 

 

  • Navigatie

  • Inloggen